Met de gemeentelijke verkiezingen van 16 maart aanstaande op komst blijft de Sportraad van Delft erop hameren dat de rol van de Gemeente Delft en dus die van de gemeenteraad cruciaal is om sporten en bewegen te stimuleren. De Gemeente Delft kan het verschil maken door de huidige sport- en beweegvoorzieningen uit te breiden én om meer (kwetsbare) groepen in beweging te krijgen. Worden er lessen getrokken uit de afgelopen vier jaar?
Van belang is om te kijken wat de gemeente nu doet en wat het bereid is te doen na de verkiezingen. De Provincie Zuid-Holland[1] rapporteert dat Delft in 2021 € 27,- per persoon besteed aan sport in vergelijking met € 71,- in vergelijkbare steden, een verschil van wel € 44,- !
Delft zet deze € 27 ,- in op het onderhouden en beheren van de sportaccommodaties. Echter lijkt er geen geld begroot te zijn voor sportbeleid. Een stad met meer dan 100.000 inwoners, maar zonder sportbeleid?
Enige nuance is op zijn plaats. Een deel van de uitgaven (lees sportbeleid) zit verstopt in het sociaal domein. Maar zelfs met deze uitgaven erbij komen we nog maar op € 35,- per inwoner uit. Investeringen in sport en bewegen leveren de gemeente volgens het Mulier Instituut naar verwachting 2,5 keer zoveel op[2]. Door te investeren in sport en bewegen wordt de kwaliteit van leven hoger, is er minder zorg nodig en neemt criminaliteit af. Sport en bewegen levert een enorme bijdrage aan een vitalere samenleving.
Het beschikbare budget van de gemeente wordt als het ware in taartstukken verdeeld en sport en bewegen krijgt de kruimel die over is. Uiteindelijk gaat politiek om keuzes maken en die keuzes vertalen zich in de eerste instantie in financiële middelen. De Sportraad van Delft pleit daarom voor een transparante en toegankelijke begroting waarbij de inzet van de gemeente voor Sport en Bewegen inzichtelijk wordt gemaakt. De gemeenteraad moet zich hier hard voor maken.
De politieke partijen in Delft geven veel aanknopingspunten in hun partijprogramma’s voor de komende vier jaar. De openbare ruimte aantrekkelijker maken voor sport, investeren in sportvoorzieningen, minstens 2 uur bewegingsonderwijs op basisscholen, meer buurtsportcoaches inzetten, sportverenigingen ondersteunen en de wens voor een buitenzwembad. Dit lijken punten waar alle partijen in Delft het over eens zijn. De Delftse sportwereld is klaar voor deze belangrijke investeringen en zien deze beloftes graag terug in de komende vier jaar.
De gemeente kan de burgers stimuleren om (meer) te sporten en (meer) te bewegen, door sportaanbieders goed te blijven ondersteunen en door meer buurtsportcoaches in te zetten in wijken. En de Gemeente Delft moet zorgen voor een goede bereikbaarheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid van het sportaanbod. Dit kan door vervoer en hulpmiddelen voor mensen met een beperking beschikbaar te stellen en het clublidmaatschap van kinderen uit arme gezinnen te vergoeden. De gemeente doet hier al goed aan door het Jeugdfonds Sport en Cultuur voort te zetten.
Scholen moeten worden geholpen en ondersteund teneinde leerlingen meer in beweging te krijgen. Sterker nog: de Gemeenteraad kan aanbevelen dat gemeente hierbij de regie nemen. De gemeente Delft kan helpen scholen en sportaanbieders met elkaar in verbinding te brengen en te bemiddelen bij het gebruik (over en weer) van de sportaccommodaties en gymnastieklokalen. Ook kunnen gemeenten ‘beweegteams’ samenstellen voor scholen bestaande uit buurtsportcoaches en trainers, die de leerkrachten en docenten op school ondersteunen en activiteiten aanbieden.
[1] https://delft.notubiz.nl/document/10907513/1/Begrotingsscan_2021_Delft
[2] https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=9528&m=1562824647&action=file.download